Liefjes, nu ik dit schrijf, moeten jullie mij één dingetje beloven: als ik door tijdsgebrek weer eens naar een andere kapper dreig te gaan, hou me tegen. Bind me vast, barricadeer mijn deur, n’importe,… maar dat mag ik dus niet meer doen? Waarom? Wel, ongeveer een maandje of geleden huppelde ik naar een bepaalde kappersketen met goede naam (De Client) om mijn haren te laten verven. De laatste jaren ben ik meer blond-ish (en we weten allemaal dat ik een hoop kleuren heb gehad de afgelopen 7 jaar) en mijn haar vindt het helemaal geweldig om zo snel mogelijk een gelig tintje te krijgen. Waarop ik dan maar besluit om naar de kapper te trekken en er nog eens een asblonde kleur over te zetten om dat terug te egaliseren.
Sommige kappers… the good, the bad, the ugly
Behalve dat ze ontzettend boertig waren en ik véél te snel voor mijn geld weer buiten stond te koekeloeren, was het blijkbaar ook niet helemaal lekker gegaan. Of, om het in de woorden van een goede vriend te zeggen: “Je haar ziet eruit als een afgelikte toverbal: ik zie een oranje schijn én een groene schijn. Ga keer naar de kapper”. Heerlijk, van die vrienden die je zo’n reality check geven. Ik ben gelukkig ook het type vrouw dat het écht apprecieert als je mij vertelt dat mijn gat écht te dik is in die rok 😉 En zo zat ik vorige week weer trouw en wel bij mijn favoriete kapper, waar ik vorig jaar toevallig rond deze tijd ook geweest was. Het is het Tigi kapsalon van Kelly en Bagus in Antwerpen, en ik zweer bij dezen op mijn plechtige communiezieltje dat ik jamais-never-nooit-meer nog kleur- en knipadvies van andere kappers ga aannemen. Ik kwam eigenlijk binnen met het idee om nog eens voor een askleur en wat highlights te gaan. Maar nadat ze mijn haren eventjes grondig bestudeerd hadden, waren ze unaniem: hell no. Dat ging dus niet gebeuren: mijn haren waren echt in erbarmelijke staat (dood, droog, stro, en supervieze schijn) en ze wilden geen risico’s nemen of het zou breken. Mijn haar ging in rehab. Echt. Nu hebben ze gelukkig goddelijke massagestoelen daar, dus vond ik het helemaal niet erg om veel in de verf/maskers/… te zitten (en ondertussen kon ik lezen in mijn ‘Miracle Morning’ met een glaasje cava – dit heet ‘me-time’ in de vrouwenblaadjes, niet?). Een dikke 2,5 à 3 uur later waren Kelly en Bagus klaar met hun magic… en keek ik heel gelukkig naar mijn haar in de spiegel. De reddingsactie was geslaagd.
Het strijdplan:
- de vieze gloed uit mijn haren krijgen
- dode puntjes, no more!
- de structuur van mijn haar weer verbeteren
- het haar weer naturel krijgen (mijn uitgroeikleur hebben ze een beetje verdergetrokken zodat het lekker kan groeien zonder al te vaak bij te verven, een beetje balayage in de lengtes van mijn haar en onderin een lichter blonde ombre. Serieus, ‘k ben zwaar aan het crushen op mijn eigen haar. LOOOOVE it!)
- geen hitte meer op mijn haren (en dan heb ik dus net een hoop CHI-tools gekocht, hahah. Lap.)
- supergoed verzorgen met olie, maskertjes, conditioner
- mijn haren terug veel minder gaan wassen… ik waste het weer iedere dag, niet goed! Proberen af te bouwen naar 3 keer per week
Het eindresultaat?
Liefde, quoi. Mijn haar is weer supergezond! Het is weer bouncy! Als ik een staartje maak, heb ik geen dooie pierenstaart meer. En nu ben ik braafjes mijn haartjes aan het verwennen met maskertjes (het perfecte excuus, nietwaar?). En mijn eigen styling deze ochtend (ik kan niét overweg met een haardroger en een haarborstel tegelijk. I’m doomed…) en mijn favoriete jumpsuit van Lola & Liza <3